Enige tijd geleden heb ik een blog geschreven over ‘Jonge, hongerige tandartsen’. In dat blog stelde ik dat overindicering bij jonge tandartsen regelmatig voorkomt. Hierop zijn aardig wat reacties gekomen. Opvallend vond ik enerzijds dat het beeld wat ik schetste herkenbaar was en anderzijds kwamen er ook reacties, van voornamelijk tandartsen, die zich hier niet in herkenden. Een vervolg op mijn blog is dan ook wel op z’n plaats.
In mijn werk kom ik dagelijks in contact met tandartsen, jong en oud. Uiteraard is de scheidslijn tussen jong en oud diffuus. Een grote gemene deler is dat ik bij alle tandartsen eenzelfde passie zie voor hun werk en de wil om goede zorg aan hun patiënten te verlenen. De variatie zit vooral in de manier waarop elke tandarts invulling geeft aan zijn/haar werk.
Er zit natuurlijk ook verschil tussen de oude en jonge tandartsen. Jonge tandartsen komen net van de universiteit, hebben kennis van de laatste stand van de wetenschap en zijn enorm enthousiast. Zij hebben vaak ook nog meer contact met jonge collega’s van de studie, kring en/of IQual-groepen dan hun oudere collega’s. En daar zit ook meteen het risico bij de oudere tandarts.
Tandarts, jong en oud, solist of werkzaam in een groepspraktijk, werken letterlijk op een booreiland. Je hebt je eigen patiënten, ziet relatief weinig patiënten van collega’s (in de weekenddienst of van collega’s die op vakantie zijn) en je patiënten (en dus jouw werk) wordt weinig gezien door andere tandartsen. Als je dan ook weinig bij- en nascholing volgt en weinig spart met collega’s, wordt de kennis over het vak ten opzichte van jonge tandartsen alleen maar groter en verleen je aan de patiënten niet meer state-of-the-art tandheelkundige zorg. En als dan een patiënt overstapt naar een jonge tandarts kan de situatie voorkomen dat het lijkt alsof de jonge tandarts overindiceert terwijl dat niet het geval is.
In een van de reacties werd gesteld dat de aansluiting tussen universiteit en praktijk onvoldoende is. Hier ben ik het volledig mee eens. Op dit moment is er bij de opleiding te weinig aandacht voor een praktijkstage. Dit is belangrijk, ook omdat het tandheelkundige veld er tegenwoordig heel anders uitziet dan 20 jaar geleden.
Gelukkig krijgt het samenwerken in een team steeds meer aandacht tijdens de opleiding; het teamconcept. Immers, de solist verdwijnt langzaam uit het straatbeeld en een groepspraktijk met verschillende disciplines wordt de norm waarbij samenwerken het devies is: de juiste zorg bij de juiste zorgverlener. Dit houdt in dat taken gedelegeerd worden. Een mondhygiënist die gaat boren, een preventie-assistent die foto’s maakt (mits een goede opleiding). Dit hoort daar allemaal bij. Niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk om ook in de toekomst iedereen van goede mondzorg te voorzien.
Overigens is die vriend (naar aanleiding van zijn verhaal schreef ik mijn vorige blog) overgestapt naar een nieuwe tandarts.
Naar mijn mening wordt de beste zorg geleverd door een team bestaande uit jonge en oudere tandartsen zodat zij van en met elkaar leren. Oudere tandartsen omdat zij de ervaring hebben en weten hoe het eraan toegaat in de praktijk en jongere tandartsen om de noodzakelijke frisse blik die zij hebben!
Mon, 08 May